Leerlingbesprekingen
Aan het eind van elke lesperiode worden de resultaten van de leerlingen besproken in de leerlingbesprekingen.
In de leerlingbespreking aan het eind van het schooljaar wordt bepaald of een leerling wordt bevorderd. Een leerling die niet wordt bevorderd, doubleert of vervolgt zijn studie op een ander niveau.
Een leerling die niet wordt bevorderd, mag het leerjaar dat hij heeft doorlopen overdoen (doubleren), behalve:
- in de brugklas en in het tweede leerjaar
- als hij dezelfde klas al heeft gedoubleerd
- als hij de vorige klas heeft gedoubleerd (dat kan op onze school of op een andere school zijn gebeurd)
- als hij/zij geclausuleerd is toegelaten, dat wil zeggen dat aan het begin van het schooljaar (of bij toelating tot het leerjaar) is vastgelegd dat een leerling dat schooljaar niet mag doubleren.
Bevordering gebeurt op grond van de cijfers van het eindrapport aan het einde van het schooljaar. Voor alle vakken tellen alle tijdens het gehele schooljaar behaalde cijfers mee ter bepaling van het eindcijfer (= overgangscijfer). De vaksectie bepaalt de weging van de afzonderlijke toetsen.
Overgangsnorm
De overgangsnormen per leerjaar en per afdeling, zie hieronder.
Afronding eindcijfers
Op het rapport krijgen de leerlingen cijfers, afgerond op een decimaal nauwkeurig. Op het eindrapport worden alleen volledig afgeronde cijfers vermeld. Bij het afronden gelden dezelfde afspraken als bij het eindexamen.
Dat betekent dat:
- Cijfers ≤ .49 naar beneden worden afgerond (5,49 wordt dus een 5)
- Cijfers ≥ .50 worden naar boven afgerond (5.50 wordt dus een 6).
Voor vakken die slechts gedurende een semester zijn gegeven, is het semestercijfer tevens het overgangscijfer.
Alle ouder(s)/verzorger(s) krijgen een inlogcode voor het programma Magister. Op deze manier hebben zij tussentijds inzicht in onder andere de behaalde resultaten en de absenties van hun zoon/dochter. Daarnaast krijgen de leerlingen aan het einde van het schooljaar een eindrapport uitgereikt.
Bevorderingsnormering: