vwo

De afdeling vwo bestaat uit zes leerjaren waarin we leerlingen voorbereiden op een (wetenschappelijke) vervolgstudie en helpen ontwikkelen tot kritische en zelfstandige burgers.

In de onderbouw (klas 1 tot en met 3) van het vwo ligt het accent op het opbouwen van algemene basiskennis en het ontwikkelen van een onderzoekende houding. Stap voor stap leert de leerling om eigen doelen te formuleren en steeds zelfstandiger te werk te gaan. We starten met een nadruk op reproductie en het opdoen van kennis en bieden steeds meer ruimte om inzicht te ontwikkelen en verbanden te leren leggen. 

Aan het einde van leerjaar 3 maakt de leerling de overstap naar de bovenbouw en kiest iedere leerling een profiel uit de Tweede Fase:
• Natuur en Techniek
• Natuur en Gezondheid
• Economie en Maatschappij
• Cultuur en Maatschappij.
Een combinatie van twee profielen is daarbij soms mogelijk, zie profielkeuzeformulier VWO .


Kenmerkend voor het onderwijs in de bovenbouw is de zogenaamde keuzewerktijd (z-uren). De leerlingen krijgen voor een deel van de uren de mogelijkheid om zelfstandig te kiezen voor vakken die meer tijd en aandacht nodig hebben. Dit is voor iedere leerling een individuele keuze.
Het Sint-Joriscollege biedt ook een groot aantal keuzevakken aan. Naast de verplichte vakken in de Tweede Fase kan een leerling kiezen voor BSM (bewegen, sport en maatschappij), Spaans en voor alle kunstvakken (dans, drama, beeldend en muziek).

Tijdens de schoolloopbaan worden de leerlingen voorbereid op wetenschappelijk vervolgonderwijs. De daarvoor benodigde competenties staan centraal in de wijze waarop het vwo-onderwijs is ingericht. In dit kader zijn we ook gestart met het vak Wetenschapsoriëntatie, waarbij vwo-leerlingen stap voor stap leren wat onderzoek doen inhoudt en dit zelf gaan uitvoeren. Meer informatie hierover vindt u op onze website bij het onderdeel ‘vakken’.
Bij de ontwikkeling van deze competenties gaat het niet alleen om kennis en algemene ontwikkeling, maar ook om een onderzoekende, actieve en inhoudelijk kritische basishouding van iedere leerling. Op die manier wordt de docent, zeker in de bovenbouw, meer een inspirator en begeleider die een beroep mag doen op de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerling.

Uitgangspunten van het vwo-team:

V ->

 
  wij bereiden de leerling voor op zijn/haar studie in het wetenschappelijk onderwijs en op constructieve deelname aan de maatschappij

W ->

 
  wij geven de leerling voldoende bagage mee voor het welslagen van een universitaire studie

O ->

 
 

 wij bieden uitdagend onderwijs waarin de leerling, zijn/haar onderzoekende, actieve en inhoudelijk kritische basishouding kan ontwikkelen